Wat zijn de oorzaken en gevolgen van trombose?

Trombose kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan trombose ontstaan als de kwaliteit van de bloedvaten niet goed is, zoals bij slagaderverkalking. Roken, een hoog cholesterolgehalte, suikerziekte en een hoge bloeddruk spelen hierbij een belangrijke rol. Ook kan trombose ontstaan als de bloedstroom vertraagd is, zoals bij langdurig liggen in bed  of na een operatie. 

Ook een andere samenstelling van het bloed kan trombose veroorzaken, bijvoorbeeld bij mensen die een tekort aan remmers van bloedstolling hebben of een teveel aan bloedcellen.

Vaak hebben mensen met trombose een combinatie van risicofactoren.

In sommige families komt trombose vaker voor, doordat de samenstelling van de stollingsfactoren anders is. Er zijn ook situaties waarin er geen oorzaak voor trombose gevonden wordt. We spreken dan van een idiopathische trombose.

Lichamelijke gevolgen:

Slagaders in de benen: Als een trombose een van de slagaders van de benen geheel of gedeeltelijk afsluit kan dit klachten geven met lopen. Bekend zijn de zogenaamde “etalagebenen”. Mensen blijven vaak stilstaan om de pijn in de benen te verminderen. Een specialist kan dit op verschillende manieren behandelen.

Sociale/ psychische gevolgen:

Als je trombose hebt kan het zijn dat je minder naar buiten gaat omdat je pijn hebt in je benen. Hierdoor kun je eenzaam raken.

Hoe is trombose te behandelen?

Een specialist kan een bloedvat omleiding om de vernauwing heen maken, zodat het bloed weer kan stromen naar de rest van het been. Een andere mogelijkheid is het slechte stuk bloedvat vervangen door een kunststofvat. De derde mogelijkheid is het zogenaamde dotteren. Hierbij wordt op de plaats van de vernauwing een ballonnetje geplaatst en opgeblazen zodat de vernauwing word platgedrukt en het bloed weer goed kan stromen.

Hoe begeleid je als MZ-er?

Als MZ-er kun je met degene praten over de beperkingen de cliënt heeft en bespreken hoe hij met zijn beperking toch alles mee kan doen en uitvoeren. En hoe de cliënt zich voelt bij het idee dat hij heel zijn leven met die beperking moet doorbrengen. Ook zou ik met de familie van de cliënt praten hoe zij zich erbij voelen dan hun familie lid met deze beperking moet leven en zou ik ook met de familie praten over hoe hun de gene met de beperking kunnen helpen om toch een zo normaal mogelijk leven te lijden.